Het fenomeen biatlon is bij de meeste mensen vooral bekend van de Winterspelen. Langlaufers werken dan een parcours af en moeten herhaaldelijk op doelen schieten. In de zomerse variant is het langlaufen vervangen door hardlopen. Na twee ronden rennen op de atletiekbaan gaan de deelnemers naar de schietlocatie op het middenterrein. Daar zijn tien schietplekken ingericht. Bij elke schietbeurt beschikken de deelnemers over twintig kogeltjes. Daarmee moeten ze vijf klapschijven omschieten. Is dat gelukt (of zijn de kogels op), dan moeten ze weer  twee ronden gaan rennen.

De zomerbiatlon telt vier schietrondes, waarna de deelnemers tot slot nog twee ronden over de kunststofbaan rennen. De tijd die bij de finish op de klok staat, is bepalend voor de uitslag.     

Het eerste kampioenschap volgde op een proef die vorig jaar is gehouden. Aan dat evenement kon slechts worden deelgenomen door leden van de ’s-Gravenzandse schietvereniging Generaal Snijders en van atletiekvereniging Olympus ’70.

De top 3 bij de mannen:
Maarten Bakker       19.36
Sjoerd Valstar           24.07
Remco van den Bos 24.18

De top 3 bij de vrouwen:
Anita Kleijweg       28.46
Ramona Thoen       29.12
Sabine Olsthoorn    31.16 

 foto Glenn Mostert