1988
Een unicum: het ledenaantal per 1 januari 1988 is lager dan een jaar eerder. Het zijn er nu 263, veertien minder. Maar er breken snel betere tijden aan. Onder aanvoering van Peter Fieret gaat in Poeldijk het eerste lopersproject van start. Tweehonderdvijftig mannen en vrouwen doen mee en lopen één van de afstanden bij de Westland Marathon. Ledenadministrateur Leo Olsthoorn kan een half jaar later zo'n honderd nieuwe namen in  zijn computer invoeren...

Remy Fieret behaalt de vijfde plaats op de 800 meter van het NK-indoor. Hiermee weet hij de Aanmoedigingsprijs van de vereniging in de wacht te slepen. Arno Buitenweg wordt derde op de 1.500 meter in een tijd van 4.05.25.
Een cross door blubber en modder ligt Arno wel. Hij wordt Nederlands kampioen in de categorie Jongens B. In Schaesberg verslaat hij zijn rivaal Vincent Hoek in de eindsprint.

De prestaties van de atleten zijn goed, maar op de accommodatie van Olympus valt geen topsport te bedrijven. Het inschakelen van een mollenvanger verandert hier niets aan. Martin van Veen en Roelant Verbeek besluiten over te stappen naar een Haagse vereniging met betere trainingsfaciliteiten. De uitstroom van goede atleten baart het bestuur zorgen. Voorzichtig worden contacten aangeknoopt met de Westlandse gemeenten en de KNAU. Vastomlijnde plannen zijn er nog niet.

Henk Bronswijk - wie anders - is de eerste Westlander bij de Westland Marathon, een half minuutje boven de twee en een half uur. Van de 28 finishers lopen er niet minder dan achttien de ruim 42 kilometer binnen de drie uur.

De dames van Olympus ’70 mijden het lange werk niet. Ze nemen deel aan de 12-uurs estafette. Met zijn zessen leggen ze 158 kilometer en 36 meter af, een gemiddelde van ruim 13 kilometer per uur!

Een tijd van 4.11.1 op de 1.500 meter is niet om over naar huis te schrijven, tenzij-ie op een grasbaan wordt gelopen. Tijdens de nationale grasbaankampioenschappen in Drunen wordt Vincent ter Laak er tweede mee bij de mannen.

Ai ai ai. Peter Fieret, de onvermoeibare motor achter het lopersproject en zelf niet onverdienstelijk lange­afstandloper, sukkelt met een hernia. Het betekent het einde van z'n marathon-aspiraties.

In Winschoten loopt Henk Groenewegen de 100 kilometer in een tijd van 8.41.34. Henk Bronswijk zit dan even in de lappenmand, maar slaat terug in de marathon van Etten-Leur. Hij wordt Nederlands kampioen veteranen in een tijd van 2.29.31.

Ronald Scholtes wordt het vierhonderdste Olympuslid. Bij de eerste wedstrijd van de cross­competitie laat hij direct van zich spreken. Hij wordt vijfde, al ploeterend door de blubber. Op het terrein van Sparta eist Olympus ook een aantal eerste plaatsen op. Mark Oomen (Pupillen C), Jacky Meyer (Pupillen B) en Nicole Koreman (Meisjes Pupillen A1) halen het eremetaal binnen.

Ineke Haaring en Nathalie Barents wijken niet van elkaars schouder tijdens de clubkampioenschappen voor dames. Ineke wint uiteindelijk in een lange eindsprint. Later mag ze daarover dikke verhalen lezen in de pers. Tussen de uitslagen van Naaldwijk 8 en Lyra 7 kan Ineke nog net haar naam ontcijferen. Fijn hoor, die belangstelling voor de vrouwelijke prestaties.

(Bron: Jubileumclubbad 25 jaar Olympus ’70, 1995)