Snelle sprints en clubrecords bij vierde onderlinge wedstrijd
Zondag was de vierde onderlinge wedstrijd bij Olympus ’70 en daarbij mochten ook weer leden van boven de 27 jaar meedoen. Die kans greep sprinttrainer Brian Samson aan om een clubrecord bij de masters 50+ te lopen op de 100 meter: 13,15. De allersnelste op de 100 meter was B-junior Maurits van Scheijndel die met 11,78 een dik PR liep en nu 7e in de ranglijst aller tijden staat. C-Juniore Pien Mittertrainer verbeterde haar clubrecord kogelslingeren door de 40-metergrens te passeren (40m09). A-Pupil Drazic Rondhuis tenslotte haalde een clubrecord met vortexwerpen met een afstand van 44m61.
Ook op de 600 meter werden een paar dikke persoonlijke records gelopen. B-junior Ivar van Ruijven had een flink tempo ingezet en won de race in 1:30,15. D-junioren Lars van der Kraan en Luuk Boutkan waren ook zeer tevreden met tijden van resp. 1:42,20 en 1:44,20.
Op de 100m horden was C-junior Kenan Türegün wéér een stuk sneller dan de vorige keer: 14,54. Zijn teamgenoot Nils Eerhart haalde 0,86 seconde af van zijn PR op de 60 meter; van 9,41 in 2020 naar 8,55 nu.
Bij het verspringen had D-junior Daniel de Ruijter de verste sprong. Zijn afstand van 4m58 was een verbetering van zijn PR met 35 cm.
C-Juniore Mieko Hartman deed voor het eerst aan kogelslingeren en hink-stapspringen en dat was niet zonder succes. Met de kogel haalde ze een afstand van 29m47 en bij het hink-stap-springen was haar beste sprong 10m38.
De winnaars van de meerkamp bij de pupillen waren:
Léan Persoon en Lize de Jong (mini)
Lars Huiting en Nikky Plaisier (C)
Ruben de Leeuw en Yara Mulder (B)
Sem Plaisier en Femke Wildenberg (A1)
Drazic Rondhuis en Vivian de Jong (A2)
Foto van de 100 meter door Marlies Jongerius
