Tien atleten van Olympus’70 namen zaterdag deel aan de D-spelen.

Noa Boutkan was de eerste die mocht aantreden die dag. Zij startte in de eerste serie op de 60m horden. Een hele goede race en ogenschijnlijk snelle tijd. Maar helaas deed de ET het niet en moest zij een kwartier later overlopen. Ondanks nog licht vermoeide benen, liep zij naar een PR in 10,40sec. Een uur later stond de halve finale van de 60m horden op haar schema. Ook deze race ging goed, ze kon zelfs uitlopen na de laatste horde, finishte toch in 10.46sec. Over de finish direct door naar de kwalificaties van het verspringen. Haar tweede sprong was goed voor 4,32m en daarmee plaatste ze zich voor de finale. Deze finale was al gelijk een half uur later.

Dat werd nog een dingetje want deze finale verspringen stond 15min voor de finale van de 60m horden op het programma. Noa wilde het liefst de hordenfinale lopen, dit betekende dat zij met verspringen slechts 1 sprong kon doen. Inspringen deed ze ook niet, gelijk die ene sprong en hoe. Mooi midden op de afzetbalk en 4,62m! Een PR! Eindklassering was nog niet bekend, want de overige deelneemsters sprongen nog door, Noa echter ging naar de 60m horden finale. De vermoeidheid was hier terug te zien in met name de start, maar met 10,49sec was er een verdiende 3^e plek. En hoorde zij dat haar sprong van 4,62m goed was voor zilver!

Ondertussen was ook Noor van der Kruk aan haar wedstrijd begonnen. De 60m horden ging niet zoals ze wilde, maar met kogelstoten kwam ze met 9,29m dichter in de buurt van haar pr.

Ook Boris van den Ochtend deed mee aan het kogelstoten. Hij stootte 3x ongeveer even ver en bleef daarmee net onder zijn pr steken.

Joris Smit had zich ingeschreven voor speerwerpen en hoogspringen, gewoon omdat hij dat leuke onderdelen vond. Hij ging voor pr’s, maar dat lukte net niet. Wel een mooie ervaring om in het Olympisch stadion mee te doen vond hij.

Vier deelnemers van ons aan de 1.000m. Drazic Rondhuis liep de 1.000m in een nieuw PR en hele mooie tijd van 3.15,63min. Hij werd daarmee 9^e. Ook Bart Vos en Koen Nederpel liepen de 1.000m. Koen traint hier altijd voor, Bart had er gewoon zin in. Achter elkaar gingen ze weg bij de start, maar het was Bart die steeds iets verder weg liep van Koen. Koen liep net geen pr, Bart liep een dik pr met zijn 3.32,68min.

Ook Amber Weijer stond aan de start van haar 1.000m. Vorige week had zij haar pr op 3.18min gezet, dus dat beloofde wat. Amber kon dan ook goed meegaan in haar race. Haar eindtijd was 3.24,66min.

Voor zijn 1.000m had Bart al hoog gesprongen. Dit ging heel erg goed. Met 1,45m sprong hij een PR.

Jelmer Jungschlager had daarna zijn serie 150m. Die won hij overtuigend in een nieuw PR van 20,51sec. Dat betekende door naar de finale. In de finale liep hij opnieuw een PR:  20,40sec. Dit betekende de 6^e plaats!

Jelmer en Koen namen ook nog deel aan de 80m. Koen had nog zware benen van de 1.000m, wat natuurlijk niet zo gek is. Jelmer liep plaatste zich wel voor de halve finale met zijn 11,30sec. In de halve finale werd er wel heel hard gelopen. Jelmer zijn energie raakte op, met 11,50sec werd hij uiteindelijk 16^e.

Tot slot nog de 1.000m steeple van Luuk. Na zijn blessure die hij met de 1.500m steeple opliep eind mei was hij nog niet helemaal terug in vorm. Te veel trainingen gemist en net niet lekker draaien. Desalniettemin werd het een spannende strijd om het zilver, die hij helaas verloor. Maar met 3.12,53 en een bronzen medaille mag hij natuurlijk dik tevreden zijn.